Jos is een saaie maat. Hij beleeft geen reet, maakt veilige keuzes en is nergens echt goed in. Hij werkt voor de bank, die hem uitstekend behandelt, maar hij zit er niet op z’n plek.
Alhoewel hij geen idee heeft wat hij wil doen met zijn leven, voelt hij aan alles dat hij op dit moment niks goed doet.
Langzaam vervreemdt hij van de mensen om hem heen en komt hij erachter dat het er in zijn hoofd steeds slechter aan toe gaat. Het spannendste dat hij ooit heeft gedaan, was het halen van zijn motor rijbewijs, maar zelf gaan rijden durft hij niet.
Dan wordt hij, terwijl hij zich op het dieptepunt van zijn zelf gecreëerde dal bevind, door vrienden meegevraagd op vakantie. Per motor zullen zij zich drie weken verplaatsen, in de richting van Italië. Dat Jos slecht gaat, weten zijn vrienden niet. In de hoop dat zij de beren op Jos zijn weg kunnen verwijderen, zegt Jos tegen beter weten in ja tegen de vakantie. Even weg zijn kan nooit kwaad.